Fotograferen is keuzes maken. Fotografeer ik dit of fotografeer ik dat? Fotografeer ik het zus of fotografeer ik het zo? Het kader van je toestel omlijst de foto, landschap of portret, dat wil zeggen, liggend beeld of staand beeld. Om niet verstrikt te raken in alle mogelijkheden is het handig om met een plan op stap te gaan.

Wat heb je nodig

Een fototoestel, fotocamera of mobiele telefoon met camera.

Instructies

opdracht 1: licht
Fotografie gaat over licht en donker en alles wat daartussen in zit. Deze fotografieopdracht gaat over licht, schaduw en spiegeling. Ga op onderzoek uit met deze drie fenomenen in gedachten, dat kan binnen of buiten. Je speurt rond en kijkt of je het drietal kan vastleggen. Zorg ervoor dat je niet in de zon kijkt want dat is slecht voor je ogen. Hoe langer je met het onderwerp bezig bent, des te meer mogelijkheden zul je gaan zien.

opdracht 2: kleur
Fotografie gaat vaak ook over kleur. Maak een serie foto's over één of twee kleuren. Nu ziet je huis of de stad waar je woont er ineens anders uit omdat je speurt naar een bepaalde kleur. De kleur op de foto's zal er voor zorgen dat het een mooie serie wordt, jij mag de volgorde bepalen.

Tips

Ik probeerde het licht te betrappen door via de camera te kijken naar de omgeving. Tegenlicht maakte mooie vlekken in de lens. Klik. In de toppen van de bomen hangt zonlicht. Klik. Het zonlicht gevangen in regendruppels maakt een regenboog. Klik. In de vaas op tafel zijn diverse spiegeling te vinden. Klik. Een foto via de spiegel schept verwarring. Klik. Een regendruppel spiegelt zijn hele omgeving. Klik. Een schaduw valt op de tent. Klik. In het museum staat het groene servies omringt door een schaduwservies. Klik. Mijn balkonstoeltje wemelt van de slagschaduwen. Klik.

Succes en groeten van Mirjam!